Een wegtunnel is een tunnel of tunnelvormig bouwwerk uitsluitend dan wel mede bestemd voor motorrijtuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994. Met het opnemen van dit begrip is zeker gesteld dat de voorschriften voor wegtunnels in dit besluit uitsluitend betrekking hebben op tunnels voor auto’s, motoren en vrachtverkeer over de weg. Een tunnelbuis met een andere bestemming (bijvoorbeeld voetgangers-, fiets- of leidingtunnel) en een bij een tunnel behorend dienstengebouw zijn geen “wegtunnels”. Afhankelijk van het gebruik van het bouwwerk kan er sprake zijn van een “andere tunnel”, “ander bouwwerk geen gebouw zijnde” respectievelijk kantoorfunctie, industriefunctie of bijeenkomstfunctie.
In het besluit worden evenals in het Bouwbesluit 2003 twaalf (hoofd)gebruiksfuncties onderscheiden, te weten elf functies voor gebouwen en één functie voor een bouwwerk geen gebouw zijnde. In artikel 1 van de Woningwet is het begrip “gebouw” gedefinieerd als elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Het begrip “bouwwerk” is niet gedefinieerd. Over het begrip “bouwwerk” zoals dat in de model-bouwverordening van de VNG is omschreven is jurisprudentie voorhanden.