Het warmteplan, zoals geïntroduceerd bij Stb. 2013, 75, is gedefinieerd als besluit van de gemeenteraad voor een periode van ten hoogste 10 jaar, inzake de aanleg van een distributienet voor warmte in een bepaald gebied, waarin voor die periode de mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu gebaseerd op de energiezuinigheid van dat distributienet en het opwekkingsrendement van de over dat distributienet getransporteerde warmte bij aansluiting op dat distributienet is opgenomen, waarbij moet worden uitgegaan van het voor die periode geplande aantal aansluitingen op dat distributienet. Het warmteplan wordt door de gemeenteraad vastgesteld voor een periode van ten hoogste 10 jaar, daarna moet in ieder geval een nieuw warmteplan worden vastgesteld. Als de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, kan de gemeenteraad het plan wijzigen (tussentijds een nieuw plan vaststellen of het plan aanpassen). Dit zou het geval kunnen zijn wanneer over de energiezuinigheids- en/of milieuprestatie van het warmtenet actuele gegevens beschikbaar zijn gekomen, die substantieel afwijken van de aan het vastgestelde warmteplan ten grondslag liggende gegevens, of wanneer de bouwopgave in het warmteplangebied in de loop der tijd dusdanig wijzigt dat dit gevolgen heeft voor het geplande aantal aansluitingen op het warmtenet.
Uit de samenhang met artikel 6.10 volgt dat een warmteplan kan worden vastgesteld door gemeenten die tot aanleg van een nieuw distributienet willen overgaan. Wanneer een gemeente in verschillende gebieden tot aanleg van warmtenetten wil overgaan, moet het warmteplan per distributienet worden vastgesteld.
Het gebied moet in het warmteplan zo nauwkeurig mogelijk worden afgebakend, bijvoorbeeld door een van het warmteplan deel uitmakende plankaart.
In het warmteplan moet het geplande aantal aansluitingen op het distributienet worden aangegeven. Dat is van belang omdat de aansluitplicht op grond van artikel 6.10, derde lid, zoals dat in onderdeel YY van Stb. 2013, 75, is aangepast, niet meer van toepassing is op in het warmteplangebied te bouwen bouwwerken wanneer het in het warmteplan geplande aantal aansluitingen daadwerkelijk is bereikt. Dit wordt beoordeeld op het moment van het indienen van de aanvraag om vergunning voor het bouwen. Als aan het geplande aantal aansluitingen is voldaan is vrijwillige aansluiting uiteraard niet uitgesloten. In de fase dat bedoeld aantal aansluitingen nog niet is bereikt, geldt de aansluitplicht overigens ook wanneer het definitieve distributienet nog niet gereed is en bouwwerken tijdelijk collectief van warmte worden voorzien door transport van in hulpketels opgewekte warmte totdat de definitieve infrastructuur gereed is.
In het warmteplan moet de te bereiken mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu van de aansluiting op het distributienet voor warmte, gebaseerd op de energiezuinigheid van dat distributienet en het opwekkingsrendement van de over dat distributienet getransporteerde warmte worden aangegeven. Het gaat daarbij om de mate die bereikt wordt wanneer het in het warmteplan aangegeven aantal aansluitingen op dat distributienet is bereikt. Deze mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu moet duidelijk zijn aangegeven, bijvoorbeeld aan de hand van getallen voor CO2, en NOx, zodat eenvoudig kan worden getoetst of sprake is van een aan aansluiting op het warmtenet gelijkwaardige oplossing.
De gemeenteraad is bevoegd het warmteplan vast te stellen. Hiermee is zeker gesteld dat de te maken gemeentelijke keuzen over de aanleg van warmtenetten in een gebied op een voor belanghebbenden transparant en democratisch gelegitimeerd proces tot stand komen. Voor het warmteplan gelden – behoudens hetgeen in dit besluit is opgenomen -geen specifieke inhoudelijke vereisten. Het plan wordt voorbereid met toepassing van de algemene voorschriften van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, er gelden geen specifieke procedurele vereisten. Het plan wordt bekendgemaakt met toepassing van afdeling 3.6 van de Algemene wet bestuursrecht. Bij het opnieuw vaststellen (wijzigen) van het warmteplan geldt hetzelfde.
Als een gemeente geen warmteplan heeft vastgesteld of wanneer de gemeente het warmteplan niet tijdig (binnen de afgesproken periode) opnieuw heeft vastgesteld, dan kan in een dergelijke gemeente artikel 6.10, derde lid, niet worden toegepast. In een dergelijke gemeente kan uiteraard op basis van vrijwilligheid worden aangesloten op het warmtenet. Zie ook de toelichting op de onderdelen B en XX van Stb. 2013, 75.